Duitsland

Duitsland behoort onmiskenbaar tot het rijtje klassieke Europese wijnlanden. Ook hier waren het de Romeinen die de grondslag hebben gelegd voor de wijnbouw. De stad Trier werd omstreeks 16 voor Chr. vanuit Rome gesticht en was voor lange tijd de westelijke hoofdstad van het Romeinse rijk. Door de eeuwen heen heeft de Duitse wijnbouw pieken en dalen gekend, onder andere door klimatologische, politieke en economische redenen, maar ook de veranderingen van smaak en stijl van de Duitse wijnen.

De Duitse wijnbouw is een schoolvoorbeeld van cool climate viticulture. waarbij de ligging van de wijngaard een zeer belangrijke rol speelt. In het koele klimaat moeten de druiven goed worden beschermd tegen vorst en daarnaast ook optimaal van zonlicht en warmte kunnen profiteren. Wijngaarden zijn in het land veelal aangeplant op de steile hellingen van de rivieren. Duitsland heeft rond 100.000 ha wijngaardareaal en 13 Anbaugebiete. Bekende gebieden zijn de Mosel, Rheingau, Rheinhessen, Pfalz, Baden en Franken.

De Duitse wijnbouw kenmerkt zich voor het gebruik van eigen druivenrassen met de riesling als nationale trots, bijna 23% van de wijngaarden staan aangeplant met dit druivenras. In opkomst zijn de druiven van de Franse pinotfamilie, in Duitsland de burgunders. In de warmere zuidelijke gebieden staat veel pinot blanc (weisser burgunder of weissburgunder) en pinot gris (grauer burgunder of grauburgunder) aangeplant, noordelijker vindt je veel pinot noir (spätburgunder). Andere bekende druivenrassen uit het land zijn de witte müller-thurgau (rivaner), silvaner, gutedel (= chasselas) en kerner. Voor rood zijn dit dornfelder, trollinger en lemberger. Verder heeft Duitsland een aantal goede kruisingen voortgebracht, waaronder de, ook in Nederland veel aangeplante, PiWi’s, schimmelresistente rassen als johanniter en regent.