Slovenië

De Sloveense wijnbouw kent een lange geschiedenis en kan zelfs worden teruggevoerd tot de vroege Keltische en Illyrische stammen tussen de 5e en 4e eeuw voor Christus. Tijdens de Romeinse tijd was de regio al een bekend wijngebied. Primorska (Primorje betekent ‘bij de zee’) is het meest westelijk gelegen, omvat 8.000 ha en is een van de 3 wijnbouwzones (naast Posavje in het midden/zuidoosten en Podravje in het (noord)oosten) in Slovenië. In deze zone zijn een 5-tal gebieden als ZOP (kwaliteitswijn uit één district) zoals Vipavska Dolina (de vallei van de Vipava rivier, wat meer landinwaarts), Kras (vlakbij de stad Triëst) en Goriška Brda ZGP (premium kwaliteitswijn uit één district). Het gebied is eigenlijk een voortzetting van het Collio (in het Sloveens: Brda oftewel heuvels) gebied bij Goriziano (in het Sloveens: Goriška). Het gebied is naast heuvelachtig ook mediterraan van klimaat en men maakt hier ongeveer 60% wit en de rest rood. Qua druivenrassen en stijl behoorlijk Italiaans, maar dat is logisch gezien de geschiedenis en ligging. Meest aangeplante ras in wit is de ribolla gialla (rumena rebula), verder voor zoete wijnen verduzzo (verduc), picolit (pikolit) en in rood refosco (refošk), pinot noir, merlot en cabernet sauvignon. In Vipavska Dolina is het klimaat naast de invloed door de zee iets meer door land beïnvloed en heeft men soms last van de harde bora (burja)-wind. Naast rebula heeft men hier ook veel malvazija en laški rizling (welschriesling) staan. Internationale druivenrassen zoals sauvignon blanc, chardonnay, merlot en cabernet sauvignon gedijen hier ook prima. Beide gebieden maken zeer verrassende wijnen op hoog niveau, men maakt vaak vooruitstrevend wijn, schuwt geen experiment en ontwikkelt sinds begin jaren 90 van de vorige eeuw een eigen karakteristieke stijl.